Product SiteDocumentation Site

Hoofdstuk 3. De Bestaande Installatie Analyseren en Migreren

3.1. Co-existentie en Heterogene Omgevingen
3.1.1. Integratie met Windows Machines
3.1.2. Integration with macOS machines
3.1.3. Integratie met Andere Linux/Unix Machines
3.2. Hoe Migreren
3.2.1. Onderzoek en Diensten Identificeren
3.2.2. de Configuratie back-uppen
3.2.3. Een Bestaande Debian Server overnemen
3.2.4. Debian installeren
3.2.5. Installatie en Configuratie van de Geselecteerde Diensten
Iedere revisie van een computer systeem moet rekening houden met het bestaande systeem. Dit laat het hergebruiken van beschikbare middelen zo mogelijk toe en garandeert interoperabiliteit tussen verschillende elementen waaruit het systeem bestaat. Deze studie zal een algemeen kaderwerk te volgen in iedere migratie van een computer infrastructuur naar Linux introduceren.

3.1. Co-existentie en Heterogene Omgevingen

Debian integreert zeer goed in alle soorten van bestaande omgevingen en werkt goed samen met ieder ander besuringssysteem. Deze bijna-perfecte harmonie komt van deuk vanuit de markt welke eist dat software uitgevers programma's ontwikkelen die standaarden volgen. Nakoming van deze standaarden laat beheerders toe om programma's uit te wisselen: cliƫnt of server, hetzij vrij of niet.

3.1.1. Integratie met Windows Machines

Samba's SMB/CIFS support ensures excellent communication within a Windows context. It shares files and print queues to Windows clients and includes software that allows a Linux machine to use resources available on Windows servers.

3.1.2. Integration with macOS machines

macOS machines provide, and are able to use, network services such as file servers and printer sharing. These services are published on the local network, which allows other machines to discover them and make use of them without any manual configuration, using the Bonjour implementation of the Zeroconf protocol suite. Debian includes another implementation, called Avahi, which provides the same functionality.
In the other direction, the Netatalk daemon can be used to provide file servers to macOS machines on the network. It implements the AFP protocol (Apple Filing Protocol, now AppleShare) as well as the required notifications so that the servers can be automatically discovered by the macOS clients.
Oudere Mac OS netwerken (voor OS X) gebruiken een ander protocol AppleTalk genaamd. Voor omgevingen waarbij machines die dit protocol betrokken zijn biedt Netatalk ook het AppleTalk protocol (eigenlijk begon het als een her-implementatie van dat protocol). Het verzekert de werking van de bestand server en de printer wachtrijen, als een tijd server (klok synchronisatie) Zijn router functie laat interconnectie met AppleTalk netwerken toe.

3.1.3. Integratie met Andere Linux/Unix Machines

Finally, NFS (Network File System) and NIS (Network Information Service), both included, guarantee interaction with Unix systems. NFS ensures file server functionality, while NIS creates user directories. The BSD printing layer, used by most Unix systems, also allows sharing of print queues.
Co-existentie van Debian met OS X, Windows en Unix systemen

Afbeelding 3.1. Co-existentie van Debian met OS X, Windows en Unix systemen