Hoofdstuk 1. Inleiding

Inhoudsopgave

1.1. Overzicht

Normaal heeft APT rechtstreeks toegang tot een Debian archief nodig, ofwel op lokale media ofwel via een netwerk. Ook keert regelmatig de klacht terug dat een bepaalde Debiancomputer over een trage verbinding, zoals een modem, beschikt, terwijl er een andere computer met een zeer snelle verbinding beschikbaar is, die echter fysiek op een afstand van elkaar staan.

Een oplossing hiervoor is gebruik maken van grote verwijderbare media, zoals een Zip-schijf of een SuperDisc-schijf. Dergelijke schijven zijn onvoldoende groot om een volledig Debian archief te bevatten, maar ze kunnen er met gemak een subset van bevatten die voor de meeste gebruikers voldoende groot is. Het concept is om APT te gebruiken om een lijst van pakketten samen te stellen die men nodig heeft en die dan op te halen met een computer met een goede verbinding en ze op de schijf te plaatsen. Het is zelfs mogelijk om een andere Debian-computer met APT te gebruiken of een computer met een volledig ander OS en een download-hulpmiddel zoals wget. Laten we aannemen dat 'externe-computer' de computer is die de pakketten downloadt en 'computer-in-kwestie' degene met een slechte of geen verbinding.

Dit wordt gerealiseerd door op een creatieve manier het configuratiebestand van APT te manipuleren. De essentiële aanname is dat APT gezegd wordt om op een schijf te zoeken naar de archiefbestanden die het nodig heeft. Merk op dat de schijf geformatteerd moet zijn voor een bestandssysteem dat overweg kan met lange bestandsnamen, zoals ext2, fat32 of vfat.